HAARLEM - De rechtbank Noord-Holland heeft een 26-jarige man veroordeeld tot 11,5 jaar gevangenisstraf voor doodslag. Op 22 januari 2020 rond 21.00 uur werd vlakbij de Jopenkerk in Haarlem, een man uit Beverwijk liggend op straat aangetroffen met een schotwond in de buik. Later in de nacht is hij in het ziekenhuis aan zijn verwondingen overleden. De verdachte heeft bekend het slachtoffer te hebben neergeschoten.


De rechtbank gaat er vanuit dat de verdachte opzet in voorwaardelijke zin op de dood van het slachtoffer heeft gehad. Wanneer je tijdens een handgemeen een doorgeladen pistool richt op iemand die zich op een armlengte afstand bevindt, is er een hele grote kans dat die afgevuurde kogel dodelijk letsel veroorzaakt. De rechtbank vindt ook dat de verdachte die kans bewust heeft aanvaard. Door het doorgeladen wapen te richten en de trekker over te halen kan het niet anders dan dat je bewust hebt geschoten en dus ook bewust de aanmerkelijke kans op dodelijk letsel hebt aanvaard.

Zelfverdediging/noodweer?
Volgens de verdachte was er sprake van zelfverdediging, noodweer. De rechtbank heeft daar een andere kijk op. De verdachte en het slachtoffer hadden een afspraak gemaakt voor het afnemen van drugs. Bij die afspraak is de verdachte vastgepakt. De rechtbank gaat ervan uit dat het slachtoffer de verdachte wilde beroven van zijn drugs. De verklaring van de verdachte dat hij dacht dat het slachtoffer een mes of een wapen wilde pakken, toen deze met zijn hand naar zijn broekzak ging, is niet aannemelijk geworden. De verdachte heeft hierover wisselend verklaard. Ook is niet gebleken dat het slachtoffer over wapens beschikte. Volgens de verdachte is hij door het slachtoffer vastgepakt en door een ander in de rug geduwd om te voorkomen dat hij weg kon komen. Maar al zou de lezing van de verdachte waar zijn, dan is zijn reactie buitensporig. Het gericht schieten met een doorgeladen vuurwapen staat niet in een redelijke verhouding tot een belaging met de blote handen. Daarbij speelt mee dat het maar om een bolletje cocaïne van 20 euro ging.

Ook de stelling van de verdachte dat er sprake is geweest van een hevige emotie waardoor hij zou hebben geschoten op het slachtoffer, verwerpt de rechtbank. De rechtbank heeft daarbij onder meer gekeken naar de dingen die de verdachte na het incident heeft gedaan, zoals het schoonmaken en begraven van het vuurwapen, én de gecontroleerde en berekenende wijze waarop hij dat heeft gedaan. Evenmin zijn er aanwijzingen dat de verdachte mocht denken dat hij met een mes zou worden aangevallen. Zo hebben er voorafgaand aan het incident meer drugsdeals plaatsgevonden tussen de verdachte en het slachtoffer. Kortom, de verdachte is verantwoordelijk voor de dood van het slachtoffer en strafbaar.

Straf
De rechtbank vindt het een zeer ernstig feit. Het meest fundamentele recht van iemand, het recht op leven, is hem door de verdachte ontnomen. Zijn dood laat diepe sporen na in het leven van de nabestaanden, onder meer van zijn ouders, broer en 12-jarige dochter. Bovendien zorgt zo’n incident voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving, zeker nu het in het uitgaanscentrum van Haarlem plaatsvond. De rechtbank zoekt aansluiting bij straffen die in vergelijkbare gevallen worden opgelegd en komt tot een gevangenisstraf van 11 jaar en 6 maanden.

Schadevergoeding
De verdachte moet de moeder, vader, broer en dochter van het slachtoffer schadevergoeding betalen. Aan de moeder 35.000 euro aan shockschade en affectieschade, aan de vader ruim 42.000 euro aan begrafeniskosten, medische kosten, shockschade en affectieschade, aan het dochtertje 35.000 euro aan shockschade en affectieschade en aan de broer 15.000 euro aan shockschade. Voor de broer is toewijzing van de affectieschade wettelijk niet mogelijk.